02-04-2008

Slaap

Als kind las ik tot de lettertjes uit mijn oren kwamen.Het was een verslaving, ik ging nergens naartoe zonder boek, bracht de helft van de herfstvakantie door op de boekenbeurs en zeurde in elke winkel om nieuw leesvoer.

En het liefste van al las ik in bed, voor het slapengaan. Een gewoonte die ik nog steeds heb trouwens. Nog even lezen, nog een paar bladzijden, tot ik te moe ben, iets tussen de pagina's steek om te weten hoe ver ik gekomen was, het licht uitknip en binnen enkele minuten vast in slaap val.

Natuurlijk waren er wel eens boeken die ik onmogelijk opzij kon leggen omdat ze me volkomen in hun ban hielden. Dan vocht ik moedig tegen de slaap; soms won ik, soms verloor ik. Wanneer ik won zat ik de volgende dag te slapen op de schoolbank, wanneer ik verloor werd ik 's morgens wakker met het hoofd op een hard boek.

Er was natuurlijk steeds de hindernis: verantwoorde ouders. Mijn moeder kwam, bij het naar boven komen, telkens even naar me kijken. Controleren, dacht ik dan steeds. Op het moment ik de deur van de trappenhal hoorde open gaan, vlamde ik zo stil ik kon op de lichtknop, legde mijn hoofdkussen over de lectuur en gaf mijn beste acteerprestatie van slapend kind. Na haar passage las ik dan terug verder, behalve de keren dat ik in tussentijd toch in slaap viel en 's morgens wakker werd met een hard boek onder mijn kussen.

Wat toen een storende onderbreking leek, kreeg zin op het moment ik zelf kinderen kreeg. Het is bevredigend, hartverwarmend, liefdevol, om voor het slapengaan nog even naar je slapende kinderen te gaan kijken. Ze opnieuw toe te dekken wanneer ze rusteloos hun dons van zich hebben afgeworsteld. Ze zachtjes nog een zoen te geven en hun hun reactie weg te sussen. Op die momenten voel je iets. Het.

En ik heb geen neiging om eens onder hun hoofdkussen te kijken.